Als het niet gaat zoals het moet…

De 21 KM zitten in de benen. Ik kan officieel zeggen dat ik écht 21 kilometer (en een beetje) heb gelopen. Met meer dan 1000 anderen is er een mooi bedrag opgehaald om (verder) onderzoek te doen naar Diabetes, wat ik ontzettend toejuich en wat het ook zo’n fijne eerste 21 kilometer maakte. Een gezellige sfeer, aardige mensen en vooral geen tijdsdruk droegen mee aan een hele fijne eerste ervaring.

Maar ik heb wel afgezien. Soms weet je pas dat je er niet klaar voor bent, als je het doet. Wellicht dat de 21 Kilometer net wat te hoog gegrepen was voor me op dat moment. Misschien toch net te weinig kilometers gemaakt, of te weinig kilometers in warmer weer. Want warm was het!

Viel het mee of viel het tegen?

Het glas is halfvol, heb ik een paar keer geroepen naar m’n loopmaatje. Maar hij voelde soms ook écht wel heel erg leeg. Ik wist van mezelf dat het me dus al was gelukt om een 15 kilometer rondje in een uur en drie kwartier te doen. Daarna was ik wel een beetje leeg en moe, maar dát was dus al gelukt. Vol vertrouwen dacht ik dus ook die 21 wel “even” te rennen.

Maar na een drukke, moeizame week, en dan ineens een behoorlijk snel oplopende temperatuur zakte de moed wel al redelijk snel in de hardloopschoenen hoor. Vooral de hitte nekte me echt behoorlijk. Lange stukken in de zon, veel trappen en bruggen (ja, ik was even 3 seconden vergeten dat Rotterdam heel wat trappen en bruggen kent!) en dat zorgt dus voor veel meer druk in m’n lichaam dan ik op heb kunnen trainen. Al vrij rap besloot ik om stukjes tussendoor te gaan wandelen. Voelde de eerste paar keer als opgeven / watjes-gedrag, maar een blik op m’n horloge en m’n hartslag was eigenlijk ook al voldoende om te weten dat ik me niet aanstelde. Zo rond de 12/13 kilometer kwamen we op het punt dat m’n hartslag even niet zo lekker wilde zakken. Dat veroorzaakte even wat stress – en da’s natuurlijk helemaal niet best als je hartslag omlaag moet.

Die streeftijd… Dikke nee.

Van tevoren riep ik heel stoer dat ik ‘m eigenlijk wel in 2,5 uur uit wilde lopen. Met een 15 Kilometer loopje in een uur en drie kwartier, leek dat me wel redelijk, dan had ik immers nog een kleine 3 kwartier voor de laatste 6 kilometer en een beetje. Na het eerste uur kwam ik al wel tot de conclusie dat ik die 2,5 uur niet ging redden. In het eerste uur zat ik net rond de 8 kilometer. Een snel rekensommetje leert je dan ook wel dat 2,5 uur niet superrealistisch is, omdat je tijdens het lopen ook nog verder opwarmt. Maar, geeft niks – als ik maar finish is het goed genoeg.

Uiteindelijk heb ik ‘m net een paar minuten onder de 3 uur gefinisht. Een beetje balen wel – maar het belangrijkste voor mezelf was dat ik niet ben uitgestapt en dat die 21 kilometer echt in de benen hebben gezeten.

Het was ook gewoon een goed leermoment. De lange afstanden zijn fantastisch – maar niet als je hartslag op hol gaat bij warmere temperaturen en je daar nog niet genoeg op hebt kunnen oefenen. En tip van flip: in mei kan het dus al verdomd warm zijn. Maar uiteindelijk gaat het erom dat ik ‘m heb gelopen, dat het is gelukt en dat dat stukje van m’n doel in ieder geval behaald is.

Volgende 21 kilometer?

De volgende 21 kilometer gaan we misschien maar in het najaar doen. Langere afstanden trek ik toch wat beter in koudere temperaturen. In de tussentijd ga ik me focussen op snelle 5, 10 en 15 kilometers. Kleinere, behapbare stukken die met de warmte beter te trainen zijn. Maar dat er een volgende 21 kilometer moet komen, dat is iets wat zeker is. Ik heb een PR om te verbeteren 😉

Foto door Rob Sportfotografie, niet tijdens de NYMM 🙂

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *