Daar was ie dan – de Halve Marathon in Berlijn!

Klaar voor de start? Nope.

Zondag was dan eindelijk “de dag”. Ik kan niet zeggen dat ik me 1000% fit en uitgerust voelde, maar eenmaal op het startterrein verdwenen de ergste huilbuien en zenuwen wel. Er waren zoveel mensen, laatste worden was zo goed als onmogelijk 😉
Ik ben redelijk vooraan m’n startvak gaan staan – zodat ik voor mezelf wat ruimte had om qua tempo te wisselen naar wat fijn voelde. Eenmaal bijna bij het startmoment kwam ik tot de conclusie dat ik beter even had kunnen plassen… Crap… Maar goed uit m’n startvak staan was geen optie meer, want dan moest ik achteraan aansluiten en dat ging echt niet gebeuren. Dus na een halve kilometer wist ik: ik moet even wat tempo gaan maken om snel bij die dixi’s op 5 kilometer te komen! Zo gebeurde het dus ook dat ik ineens in een tempogroep van 2:15 terecht kwam. Ik moet zeggen, dat tempo voelde best wel goed, ging ook lekker – en ik wist dat ik dan sneller bij de dixi’s zou zijn!

Dikke rijen – weg tempo.

Eenmaal bij die dixi’s stonden er dus giga rijen. En tja, die chiptijd wordt niet gepauzeerd omdat jij naar de wc moet… Doorlopen was alleen ook geen optie want ik wist dat de volgende dixi pas op 10,5 kilometer was en dat ging ik echt niet redden. Dus dan zat er maar 1 ding op: Wachten. Ik zag de 2:15 pacers weglopen en daarna stond ik nog steeds in de rij. Vervolgens zag ik de 2:30 pacers vertrekken bij de waterpost en dacht ik wel “shit, nu zijn er geen pacers meer en moet ik het zelf doen”.

Na een minuut of 7 was ik eindelijk aan de beurt. Lucky me: deze dixi’s hadden wc papier! Ik was dus nog goed op tijd 😉 En zo kon ik na een lange sanitaire stop nog even langs de waterpost, m’n gelletje naar binnen slurpen en weer door. De tijd heb ik toen maar even gelaten voor wat het was.

Tempo laten varen – ik ging het echt nog redden.

Op dat punt heb ik even met m’n huidige tijd doorgerekend en kwam ik tot de conclusie dat als ik zo door bleef gaan, ik nog best op m’n streeftijd kon zitten. Gestaag doorgaan dus, niet te gek doen en gewoon focus houden. Halverwege heb ik het zelfs nog gepresteerd om even een Insta Story te posten om te laten weten dat ik nu halverwege was. Gelukkig volgde hier ook een waterpost, heb ik even twee bekers water naar binnen getankt en omdat ik me verder nog best fit voelde m’n gelletje even gelaten voor wat het was. Ik had er 4 bij me én gummies, dus als het nodig was kon ik altijd nog even slurpen. Het werd alleen ook steeds warmer, ik merkte dat m’n hartslag wel wat vaker omhoog schoot en dus besloot ik vaker te gaan wandelen. Alles om de hartslag onder controle te houden.

Einde streeftijd

M’n eerste doel was “5 kilometer halen”. Die kon ik afvinken. Daarna wilde ik gewoon van waterpost naar waterpost. Dat ging ook prima. M’n volgende doel was: voor 14:11 op de 17,5 kilometer mat terecht komen, want als je daarna daaroverheen kwam werd je uit de loop gehaald. Gek genoeg lukte ook dat me – ik weet niet meer exact hoe laat ik over deze mat heen ben gekomen, maar wel dat ik dát had gehaald en dat ik daar heel blij mee was.

En daarna kwam ik op het punt dat ik wel genoeg had gehad, er geen zin meer in had, en dit wel lang genoeg vond. Misschien ook een klein beetje paniek en verdriet al, want ondertussen was ik natuurlijk alleen maar aan het rekenen en kwam ik tot de conclusie dat ik m’n streeftijd niet ging redden. Gestaag doorlopen maar, ik gaf mezelf 5 minuten verlenging op m’n streeftijd.

Verlenging op verlenging op…

Ik bleef m’n eindtijd steeds meer “verlengen” terwijl ik wist dat ik alleen maar mezelf voor de gek aan het houden was. Dus de streeftijd maar helemaal opgegeven, inclusief 948 verlengingen en bij kilometer 19 maar gewoon even gaan wandelen. Die tijd ging ik toch niet meer halen, en ik vond het dan leuker om fit en actief over de finish te gaan, dan hield ik er in ieder geval nog leuke foto’s aan over. Op de laatste kilometer gaf ik in ieder geval nog een dot gas en kwam ik over de finish.

Streeftijd vs Chiptijd

M’n streeftijd was 2 uur 38 – ik zou dan op een tempo lopen tussen de 7:15 minuut per kilometer en 7:45 minuut per kilometer en dat was de eerste 5-10 kilometer goed vol te houden, maar daarna werd dat tempo steeds lastiger.
Uiteindelijk is m’n chiptijd 3 uur en 3 minuten. Nou zit daar natuurlijk ook een forse sanitaire stop tussen, die hielp niet mee. Maar toch was het niet m’n gewenste tijd. En daar heb ik wel de balen van in. Maar aan de andere kant – het is wel gelukt, ik heb ‘m wel uitgelopen. Ik heb een halve marathon in Berlijn gelopen. In m’n eentje.

En dat doe ik nooit meer, want ik weet nu dat ik een grafhekel heb aan halve marathons. Mij te ver.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *