24/25 April 2014

Op 24 april 2014 werd ik in het Erasmus MC opgenomen. Op een zaal, met een paar anderen die ook in afwachting van hun operatie waren. Ik was op dat moment een van de jongsten. Tja. Ik moest nog 22 worden. Er zijn weinig leeftijdsgenootjes die op de operatietafel gaan.

Ik heb een hoop eigenlijk weggeduwd uit die periode, want natuurlijk is zo’n tijd niet leuk. Ik weet wel dat ik heel wat heb afgejankt. Nou doe ik dat vrij regelmatig – dus op zich niks geks. Maar ik vond het doodeng en wilde gewoon naar m’n vriend. Nu inmiddels man. 🙂
Wat me ook nog goed bijstaat is de anesthesie medewerker, die langs kwam om alvast het een en ander na te kijken en te controleren. Ik moest m’n mond open doen (moesten ze weten vanwege de beademingsbuis en allerlei andere redenen), en de exacte woorden waren als volgt:

Jouw mond kan zo ver open dat er een vrachtwagen met aanhanger achteruit kan inparkeren, laden & lossen en weer weg kan rijden.

Tja, steek dat compliment maar in je zak. Echt iets om trots op te zijn, een flinke prestatie. Het haalde gelukkig wel een klein beetje spanning van me af. Maar leuk bleef het natuurlijk niet. Uiteindelijk mocht je ook niks meer eten, want tja, wel nuchter blijven, en hoewel ik de hele dag geen hap door m’n keel kreeg, kreeg ik om half 2 ’s nachts intense honger. Lekkere timing.

Klaar voor onder zeil.

Afscheid nemen voor zo’n operatie is vreselijk. Echt intens vreselijk. Sorry, ik heb er geen andere woorden voor dan gewoon vreselijk. Het is doodeng, niemand kan je voorbereiden en uiteindelijk lig je toch in je eentje op dat bed, in afwachting tot je onder narcose wordt gebracht. Ik vroeg wel of ze de katheter alsjeblieft wilden inbrengen wanneer ik al lang en breed onder zeil lag- en dat deden ze natuurlijk. Ik kreeg een kapje op, mocht nog even tellen en nou ja, dat voelde eigenlijk een beetje zoals het iedere avond voelt: ogen dicht en slapen maar!

De uren daarna, tja die heb ik natuurlijk niet meegekregen, het schijnt lang afwachten te zijn geweest. Het bijkomen is ook redelijk aan me voorbij gegaan, ik blijk best een aantal keer bij te zijn gekomen, maar ook weer weggevallen. Schijnt normaal te zijn en erbij te horen, dus niks geks eigenlijk. Het eerste wat ik me bewust kan herinneren is dat ik m’n (nu) man zag, erg fijn. En dat ik appelsap zag. Helemaal fijn. Ik dus lekker aan de appelsap. Kan je dus vertellen: doe dit niet. Echt, neem het van mij aan, maar van appelsap ga je kotsen. En dat is niet heel tof als je aan zó veel toeters en bellen zit. Gelukkig werd er snel iets tegen de misselijkheid in m’n infuus gespoten en heb ik daarna even geen appelsap meer gedronken.

5 jaar garantie

Uiteraard hebben de chirurgen hierna ook het een en ander te zeggen. Zo werd ons medegedeeld dat als we grote plannen hadden, wilden nadenken over kinderen et cetera, ze een “garantie” konden afgeven van 5 jaar. Met andere woorden: gas op die kinderwens, want ze konden een soort van garanderen dat m’n hartklep het heus wel 5 jaar vol zou houden. Maar wat er daarna zou gebeuren, dat was giswerk en daar konden ze niks over zeggen. Dus grootse dingen – graag binnen 5 jaar en voor de veiligheid anders niet. Dat klinkt natuurlijk niet heel bemoedigend. Uiteindelijk hebben we het goed gered hoor – maar het zijn nogal wat keuzes waar je dan ineens voor komt te staan. Mensenlief, ik was nog bezig met verwerken dat ze net ‘ff m’n borstbeen door midden hadden gezaagd én weer netjes aan elkaar hadden gemaakt. En ja, iedere keer dat ik daaraan denk lopen de rillingen over m’n rug want gadver dat wil je gewoon niet. En dan moet ik nu al over dat soort dingen na gaan denken? Nou ja uiteindelijk is ook dat wel goedgekomen – maar toch komt er wel echt héél erg veel op je af in korte tijd.

Ik zou ze wel eens willen spreken, die artsen.

Even fast forward – we zijn dit jaar officieel 10 jaar verder. 10 jaar!! Officieel 5 jaar “buiten de garantie”. Hilarisch om dan te beseffen dat ik buiten de garantie gewoon even een halve marathon heb gelopen. Zonder dood om te vallen. Met de kennis van nu, had de garantie misschien best wel wat opgerekt kunnen worden. Je gaat toch anders ernaar leven en handelen. En na die 5 jaar ga je toch steeds meer voelen, meer zorgen maken, het wordt dan toch allemaal wat spannender, omdat je leeft met de wetenschap dat de “garantie” is verlopen. En natuurlijk ben ik van tijd tot tijd moe, en mopper ik echt wel vaak dat ik moe ben. Maar ik doe op dit moment ook veel meer dan ik in de eerste 5 jaar deed. Ik ben aan het hardlopen, gek aan het doen, ik ga naar concerten, dagjes weg, winkelen, ik spring gek mee met m’n kind. Ik ben ergens nog steeds herstellende van die halve marathon dus mag ik moe zijn? Tuurlijk mag ik moe zijn!

En als ik dat dan bij elkaar op ga tellen – ik voel me fitter en gezonder dan 6/7 jaar geleden en heb veel meer “leven” dan jaren geleden. En natuurlijk al helemaal veel fitter dan voor de operatie. Maar ik zou ze best wel willen spreken, die handige dokters die het maar mooi even hebben gefixt. Ze bedanken, voor het verrijken van m’n leven. Ze laten weten, dat het me zelfs ver buiten de ‘garantie’ is gelukt om een halve marathon te lopen. Zodat ze hopelijk de kennis van nu kunnen gebruiken om voor de nieuwe generatie geopereerden wat meer leef-tijd te geven. Een iets langere garantie. En iets minder haast.

10 jaar na de operatie. En dit is wat het me bracht:

De liefste man die ik me kan wensen. Voor altijd & altijd.
Een prachtig gezond kind. Die ik af en toe achter het behang kan plakken. Maar hey.
Heel wat leefjaren 😉 Want dat was me zonder operatie natuurlijk niet gelukt.
M’n eerste strandrit te paard! Ook zo’n mooi bucketlist-ding om af te vinken als paardenmeisje.
Vakanties! We zijn op vakanties gegaan en zoveel mooie vakanties al.
Hardlopen. Niet te hard, maar hardlopen. In m’n eentje, met m’n man, met gekke vriendinnen.
Een halve marathon. In Berlijn. Zonder dood om te vallen. In m’n eentje. Ik geloof niet dat ik heel veel daaraan hoef uit te leggen.

En met de kennis van nu, de controles & de kennis over m’n eigen lijf, durf ik te stellen dat we dit nog zeker 5 tot 10 jaar vol kunnen houden. En wie weet hoeveel gekke kilometers ik nog ga hardlopen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *